
Aboutaleb immigreerde met zijn familie uit Marokko naar Nederland toen hij 15 jaar was. Hij leerde vlug Nederlands, deed hogere studies en vond zijn weg op de arbeidsmarkt. De eerste stappen in de politiek zette hij via Lijst Pim Fortuyn om dan via de PVDA pijlsnel carrière te maken.
Rotterdam is een internationale havenstad waar 174 nationaliteiten samenwonen. Aboutaleb ziet het als zijn belangrijkste opdracht om die aan elkaar te smeden en legt daarbij de vinger op de wonde: 'Autochtonen zijn bang om iets te verliezen. Allochtonen zijn bang om mee te doen. Zullen ze geaccepteerd worden? Zullen ze niet verstoten worden door hun eigen gemeenschap?'
Antwerpen is een internationale havenstad met 177 nationaliteiten en kroont zich daarmee tot de meeste internationale stad ter wereld. Net als Rotterdam kijkt Antwerpen aan tegen een demografische evolutie waarbij binnen een tiental jaar de meerderheid van de inwoners zal bestaan uit allochtonen (mensen die zelf niet in het land geboren zijn of waarvan de ouders zijn ingeweken).
In die context was het Aboutaleb opgevallen dat Antwerpen geen enkele schepen van allochtone origine in het college heeft. Janssens erkende dit als een probleem, maar verdedigde zijn keuze: 'In de partijfracties werken allochtonen, maar die hebben te weinig bestuurservaring. Ik heb geopteerd voor het sterkste team.' Aboutaleb vond dit geen geldige uitvlucht.
De man was daarmee nog heel vriendelijk. Antwerpen heeft diverse gemeenteraadsleden van allochtone origine die kunnen bogen op een jarenlange ervaring als parlementslid of op belangrijke professionele functies. Veel allochtone kandidaten halen ook steevast puike scores bij de gemeenteraadsverkiezingen. In 2003 moest de SP.A zelfs vijf vrouwelijke gekozenen, waarvan drie allochtone, overtuigen ontslag te geven om een 'ervaren' autochtoon in de gemeenteraad en het schepencollege te kunnen loodsen.
Bij de bewering van de burgemeester kunnen dus toch enkele vraagtekens worden geplaatst. Bovendien is gebrek aan bekwaamheid het argument dat een socialist nooit ofte nimmer zou mogen gebruiken tegen de bestuursparticipatie van een bevolkingsgroep. Het ontstaan van de socialistische partij in 1885 hangt immers onlosmakelijk samen met de strijd voor het algemeen stemrecht. Tot dan was stemrecht gereserveerd voor de rijke burgerij via het cijnskiesrecht. Die zag het niet zitten dat de onwetende volksmassa verantwoordelijkheid zou dragen voor het bestuur. Of om het met Charles Woeste te zeggen: 'Le suffrage universel, c'est la bêtise au pouvoir.'
Na de invoering van het algemeen meervoudig stemrecht in 1893 (met meerdere stemmen voor wie tot de hogere klasse behoorde) zou er nog jaren politieke strijd nodig zijn tot men na de Eerste Wereldoorlog niet anders meer kon dan het algemeen enkelvoudig stemrecht in te voeren. Dat laatste gebeurde overigens in weerwil van de Belgische grondwet en werd in reactionaire kringen bijzonder slecht verteerd. De massademocratie maakte een machtsdeelname van de socialisten immers onvermijdelijk en wat kon dat zootje ongeregeld van onbekwamen en ongeletterden anders brengen dan onheil of revolutie? De BWP-fracties, die dankzij het algemeen enkelvoudig stemrecht flink aanzwollen, werden onverholen bespot wegens hun gebrek aan inhoudelijk werk, de zwakke samenhang, het absenteïsme en het drankmisbruik van sommige parlementsleden. Het gebrek aan kwalitatief politiek personeel was dan ook een reëel probleem voor de BWP. Maar wie denkt daar vandaag nog aan bij het horen van namen als Anseele, Vandervelde, Huysmans, Destrée, Laboulle, Wouters, Bouchery, Soudan, Merlot, Delattre, Balthazar, De Man of Spaak?
Toen de christendemocraat Frans Van Cauwelaert in 1921 een mystiek huwelijk aanging met de flamingante socialist Camille Huysmans om Antwerpen te besturen, voorspelden de reactionaire katholieken en liberalen hel en verdoemenis voor de stad. Tien jaar later werd Huysmans burgemeester in een coalitie met diezelfde liberalen.
Wie zijn geschiedenis kent, let dus wel even op vooraleer hij zegt dat een bepaalde bevolkingsgroep nog niet rijp is om bestuursverantwoordelijkheid te dragen. Het is best mogelijk dat de eerste generatie allochtone politici vaak bestond uit ad hoc geplukte individuen die louter omwille van de symboolwaarde en de allochtone stemmen werden aangetrokken. Maar Aboutaleb heeft overschot van gelijk dat we die fase anno 2010 al lang voorbij hadden moeten zijn in een stad als Antwerpen.
Bart De Wever is voorzitter van de N-VA.
COMMENTAIRE DE DIVERCITY
UN DEWEVER SOUCIEUX DES ALLOCHTONES ?
Le 20 april Patrick Janssens bourgmestre de Anvers et Ahmed Aboutaleb maire de Rotterdam ont croisé le
fer au cours d’un débat public au Bourlaschouwburg d’Anvers.
De Wever rappelle que Aboutaleb immigra avec sa famille originaire du Maroc quand il avait 15 ans. Il apprit rapidement le néerlandais et trouva facilement du travail. Il rallia la liste de Pim Fortuyn avant de rejoindre le PVDA (parti socialiste) pour y faire une carrière fulgurante.
Rotterdam est une métropole portuaire où cohabitent 174 nationalités. La priorité d’Aboutaleb est de les faire cohabiter dans l’harmonie et la concorde. Mais, dit-il, “les Autochtone ont peur de perdre quelque chose en participant. Peur de ne pas être acceptés comme ils sont et peur aussi d’être rejetés par leur propre communauté.
Anvers est une métropole portuaire, un espace de vie que se partagent 177 nationalités. Anvers se considère comme une des métropoles les plus internationales au monde. Comme Rotterdam, (et Bruxelles) Anvers s’inquiète du fait que par l’évolution démographique, elle comptera dans dix ans plus d’allochtones que d’autochtones. Anvers et Rotterdam c’est le même contexte mais Aboutaleb s’étonne que le Collège anversois ne compte pas un seul échevin d’origine immigrée. Janssens reconnaît qu’il y avait là un problème mais justifie ce choix “Certes nous comptons des allochtones au sein du spa anversois mais tous manquent d’expérience de gestionaire. J’ai voulu une équipe forte « Ceci n’a pas sembler convaincre Aboutaled.
La dessus De Wever, historien de formation évoque le combat socialiste en faveur du suffrage universel. Il rappelle les terrible paroles de Woeste lui ausi très sceptique quant aux capacités de gestion des premier élus socialistes: 'Le suffrage universel, c'est la bêtise au pouvoir.'
Et de rappeler qu’à cette époque c’est à dire au tournant du siècle, le manque de cadres formés handicapait le Parti des Travailleurs.
Pourtant cela n’empêcha pas quelques pointures d’émerger du lot: Anseele, Vandervelde, Huysmans, Destrée, Laboulle, Wouters, Bouchery, Soudan, Merlot, Delattre, Balthazar, De Man ou Spaak pour n’en citer que quelque uns. Et de citer encore le célèbre bourgmestre socialiste d’Anvers, le très pittoresque et très flamingant Camille Huysmans. Jolie manière de mettre échec et mat l’actuel maire d’Anvers.
Aboutaleb a raison aux yeux de De Wever, il y a longtemps que les allochtones devraient être représentés dans les collèges anversois. Constatons simplement que Bruxelles a compris cela depuis longtemps et concluons que ce diable de De Wever qui parle joliment français n’est peut-être pas aussi détestable qu’il n’y paraît