
BRUSSEL - Plaats Brussel onder federale voogdij, zoals het een hoofdstad betaamt; dat is de enige manier om de gemeentelijke financiën op orde te krijgen. Dat zegt professor Herman Matthijs. Wij zochten hem op aan de VUB, waar we tekst en uitleg kregen.
E r woedt een financiële storm over Europa. Na het geknoei van Griekenland en de aanval van speculanten eist de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat de Europese lidstaten hun finan ciën in orde brengen. Maar na de verkiezingen van 13 juni en nog een rondje B-H-V komt er een nieuwe staatshervorming. De Brusselaars hebben maar één grote eis: meer geld, gemeenzaam vertaald als de her financiering van Brussel . Hoe moeten de Brusselse eisen, de staatshervorming én drastische besparingen met elkaar gerijmd worden? Het woord is aan Herman Matthijs, hoogleraar Overheidsbegrotingen en Bestuurswetenschappen.
Wat is er mis met de Brusselse financiën?
Herman Matthijs: “De Brusselse openbare financiën, die van het Gewest om duidelijk te zijn, hebben het de voorbije jaren niet zo slecht gedaan, de rekeningen vielen al met al nog mee, al gaat het nu duidelijk moeilijker. Het teruglopen van de fiscale capaciteit (stadsvlucht van middeninkomens en instroom van armen, DV) is hét probleem. Ik wil er toch even aan herinneren dat Brussel alleen als Gewest rechtstreeks gefinancierd wordt, maar dat het daarnaast ook indirect gefinancierd wordt door en vanuit de gemeenschappen, én dat er ook nog geld van de federale overheid komt – denk maar aan de Beliris-samenwerkingsakkoorden. Je mag ook niet alle beleidsniveaus over dezelfde kam scheren. De Vlaamse Gemeenschapscommissie kan gerust zo verder, het Brussels Gewest daarentegen dreigt in de problemen te komen, maar het grote probleem is het faillissement van de Franse gemeenschapscommissie, de Cocof.”
Dat klinkt minder dramatisch dan verwacht: niet heel Brussel dreigt ten onder te gaan.
Matthijs: “Brussel kampt natuurlijk met grote problemen. Het grootste is de werkloosheid: één Brusselaar op de vijf zit zonder baan. In vergelijking met Vlaanderen is dat enorm. En dan is er de bestuurlijke janboel, de negentien baronieën met evenveel OCMW’s, het Gewest, de twee gemeenschapscommissies, zelfs de agglomeratie bestaat nog voor de wet . Het gemeentelijk apparaat in stand houden kost handenvol geld – geld dat veel zinvoller kan worden besteed –, terwijl gemeentelijke autonomie in feite niet meer is dan een moderne versie van de middeleeuwse feodaliteit. De financiële toestand van een aantal gemeenten is catastrofaal, en dat is een probleem dat het Gewest nooit zal kunnen oplossen. Wat wil je ook met een parlement waar zoveel schepenen en burgemeesters een zitje hebben?”
Een pendelaarsbelasting zou soelaas kunnen brengen. Voorbeelden zoals Berlijn dienen ter inspiratie.
Matthijs: “ Nog niemand is erin geslaagd me uit te leggen hoe je die pendelaarsbelasting kunt organiseren. Neem iemand die in Antwerpen woont, maar in Brussel werkt. Welk deel van zijn belastingen gaat naar Antwerpen en welk deel naar Brussel? Dat wordt ongelooflijk ingewikkeld, en ons belastingsstelsel is al zo ingewikkeld. Tweede hinderpaal: welk bestuursniveau krijgt in Brussel de belastingen? Het Gewest of de gemeente? Je geraakt er nooit uit, en deugdelijke buitenlandse voorbeelden ken ik niet.”
Principieel valt er wel iets te zeggen voor zo’n pendelaarsbelasting. Pendelaars kosten Brussel handenvol geld.
Matthijs: “ Brussel heeft veel meer voordelen van de pendelaars dan nadelen. De lokale economie leeft van de pendelaars. Stel dat de Vlaamse Gemeenschap haar administratie verhuist van Brussel naar het Oostenrijks gebied, naar Mechelen. (Mechelen was hoofdstad van de Oostenrijkse Nederlanden; burgemeester Bart Somers stelde ooit voor om de Vlaamse administratie in Mechelen onder te brengen, DV.) De gebouwen staan daar al klaar. Het verlies voor broodjeszaken, restaurants en winkels zou enorm zijn. Als er de jongste twintig jaar geen pendelaars waren geweest, dan was de Noordwijk nog altijd een krottenwijk.”
Maar dat zijn voordelen voor de privésector; het is wel de overheid die instaat voor openbaar vervoer en wegeninfrastructuur.
Matthijs: “Pendelaars die per trein komen, kosten de Brusselaars niets, de NMBS is nog altijd federaal. Idem dito voor de mensen die zich met de Vlaamse vervoersmaatschappij De Lijn of de Waalse tegenhanger TEC verplaatsen.”
De metro kost wél stukken van mensen. En hetzelfde geldt voor het onderhoud en de heraanleg van wegen.
Matthijs: “Er zijn toch samenwerkingsakkoorden met de federale overheid om het openbaar vervoer te helpen bekostigen? En als ik de financiën van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB naast die van De Lijn leg, dan zie ik dat de MIVB veel meer eigen inkomsten heeft. Zo slecht gaat het dus niet.”
“Als ik een hapje eet op de eerste verdieping van het Sheraton aan het Rogierplein en ik kijk naar de Kleine Ring, dan word ik eraan herinnerd dat er na de heraanleg ervan – voor Expo 58 – geen grote infrastructuurwerkzaamheden in Brussel meer zijn geweest, terwijl dat in andere grote steden wel het geval was. De Ring rond Brussel? Die ligt op Vlaams grondgebied, de onderhoudskosten zijn ook voor Vlaanderen.”
Misschien ligt de oplossing voor Brussel wel in een confederaal model, met gemeenschappen die veel meer investeren in de gezamenlijke hoofdstad.
Matthijs: “Dat geloof ik niet. Je kunt moeilijk de huisvuilophaling tussen de Franse en de Vlaamse Gemeenschap verdelen, al ben ik er wel van overtuigd dat we na 13 juni zullen evolueren naar meer confederalisme, met meer bevoegdheden voor gemeenschappen en gewesten, al moeten we de confederatie beperken tot Vlaanderen, Wallonië en Duitstalig België. Stel dat de ziekenhuisfinanciering deels weggetrokken wordt van het federale niveau naar de gemeenschappen, dan kun je de ziekenhuizen in Brussel toch niet aan de VGC en de Cocof toevertrouwen, aan de Vlaamse en Franse Gemeenschap? Dat wordt een permanent shoppen. Dan kiezen de Brusselaars de voordeligste formule en veranderen ze om de zes maanden van taalrol. Je zou een ware toevloed naar Nederlandstalige ziekenhuizen krijgen, met alle gevolgen van dien.”
“Straks krijgen we onvermijdelijk de discussie over de toevloed aan Franstaligen in het Nederlandstalig onderwijs. Veel Franstaligen vinden het Franstalig onderwijs ondermaats en sturen daarom hun kinderen in het Nederlands naar school. Nederlandstalige ouders klagen dan weer over te veel Franstaligen, die hun kinderen afremmen. Zo sponsoren VGC en Vlaamse Gemeenschap de Franse Gemeenschap.”
Welke plaats moet Brussel dan volgens u innemen in het institutionele landschap?
Matthijs: “Niet alles in Brussel loopt fout, het Gewest hoeft niet afgeschaft te worden. De MIVB werkt, op een paar veiligheidsproblemen nu en dan, zeer behoorlijk. Ook Net Brussel doet zijn werk, en sinds de brandweer niet langer op gemeentelijk niveau, maar op agglomeratie niveau georganiseerd is, werkt ook die naar behoren. Om uit de financiële impasse te geraken, moet de voogdij over de gemeenten en de openbare ziekenhuizen naar het federale niveau. Een institutionele link garandeert een financiële inbreng. Het is niet normaal dat een federale overheid niets in de pap te brokkelen heeft in haar hoofdstad. Dat is nergens ter wereld zo.”
“Ook de voogdij over de politie zou beter naar de federale regering verhuizen, al hebben we hier wel de clash tussen de Brusselse Vlamingen, die naar één zone willen, en de Franstaligen, die terug willen naar het gemeentelijk niveau. Vorige week kreeg ik hier een Zweed over de vloer die maar niet begreep dat er in de Europese wijk drie korpsen van drie verschillende zones opereren.”
“En dan is er natuurlijk het arbeidsmarktbeleid, het fiasco van de voorbije twintig jaar. Hoeveel werkzoekenden heeft Actiris, de Brusselse dienst voor arbeidsbemiddeling, al in de trein gezet naar Zaventem, waar er veel vacatures waren?”
“Ik besef maar al te goed dat Franstalig Brussel mijn voorstellen zal weghonen, maar ik ben ervan overtuigd dat dat niet het geval is bij – veel – Vlamingen, en evenmin bij – veel – Walen.”
WIE IS HERMAN MATTHIJS?
Dr. Herman Matthijs (1960) doceert Bestuurswetenschappen en Overheidsbegrotingen aan de VUB, is lid van het Fris-onderzoeksportaal en schreef talloze boeken over zijn vakgebied. Matthijs is ook lid van de Hoge Raad voor Financiën.
Voor de liberale denktank Liberales bedacht hij vier manieren om de overheid efficiënter te laten functioneren: overheidstaken outsourcen (privatiseren), dereguleren (bijvoorbeeld het fiscaal aangiftebiljet minder complex maken), een betere overheidsbegroting en dito langetermijnplanning, en een responsabilisering van elke bestuurslaag.
Danny Vileyn — © Brussel Deze Week
GENDEBIEN: "IL FAUT PREPARER LE DIVORCE A L’AMIABLE, DANS LE CALME"
Christian Laporte et Francis Van de Woestyne
Mis en ligne le 26/05/2010
Pour le président du RWF, il n’y a qu’une solution : le rapprochement de Bruxelles et de la Wallonie à la France. “ La Belgique est devenue conflictuelle et mortifère”.
Voici le compte rendu de l’entretien que nous a accordé Paul-Henry Gendebien, président du RWF (Rassemblement Wallonie France)
Le blocage actuel, que vous avez maintes fois annoncé, vous réjouit-il ?
Je ne m’en réjouis pas. Il faudrait être cynique pour dire "Vive la crise". Cela dit, je constate qu’elle confirme nos analyses. La Belgique arrive à une situation de non-gouvernabilité. On a essayé toutes les formules, on tourne en rond et la Belgique est devenue de manière visible définitivement et irrémédiablement conflictuelle et, hélas, mortifère. Nous sommes en affaires courantes depuis 2007 et nous risquons de l’être au moins jusqu’à la fin de l’année, présidence européenne oblige. La Belgique n’est pas la Grèce mais je crains que cette instabilité ne soit de nature à inquiéter les marchés qui ne redoutent qu’une chose : l’incertitude.
Les partis flamands souhaitent le confédéralisme. N’y a-t-il pas une alliance objective entre vous et les séparatistes ?
Nous ne voulons pas l’indépendance car ce serait un intermédiaire désordonné, voire chaotique. Nous, au départ, nous étions des régionalistes, des fédéralistes parce que nous estimions, dès les années 60-70, que c’était le moyen de rééquilibrer l’Etat belge. C’est seulement devant le constat de l’échec du fédéralisme belge que nous sommes devenus définitivement convaincus que la Belgique n’avait plus de sens. Et qu’il fallait dès lors préparer une autre solution dans l’ordre et le calme, la réunion de la Wallonie et de Bruxelles avec la France. Je pense qu’à un moment donné, les partis francophones et les partis flamands constateront que la Belgique ne fonctionne plus. Donc, il faut agir avant que l’anarchie et le désordre ne s’emparent de la banlieue de Bruxelles et négocier un divorce à l’amiable.
Qui en serait le notaire ?
Il faut internationaliser la sortie de crise belge. Donc, il faut confier à l’Europe certaines fonctions. Par exemple, contrôler le caractère démocratique du referendum qu’il faut organiser dans les communes de la périphérie bruxelloise. Car il faut arriver une fois pour toutes à des frontières sûres et reconnues.
L’Europe serait-elle prête à accompagner notre divorce, sachant que cela pourrait ouvrir d’autres fronts sécessionnistes dans certains pays membres ?
Là où il y aurait une crainte de contagion, c’est la Catalogne. C ’est la principale région qui pourrait demander son indépendance. Cela dit, les Catalans n’ont pas besoin d’exemple flamand pour s’affirmer et surtout pour voir comment ils devraient faire.
Le fait d’avoir la capitale de l’Europe en Belgique est un atout pour nos régions…
Sans appui international et dans un cas de figure de désordre politique, Bruxelles risque de perdre son statut de capitale européenne. Il y a des candidats comme Bonn, Dresde, Prague ou Vienne. L’Europe ne supportera peut-être pas longtemps l’anarchie politique à Bruxelles. Nous avons intérêt à éviter cette situation et à trouver des alliés. Il faut précéder cela et prendre des contacts en temps utile avec l’Europe ainsi qu’avec Paris et Berlin pour trouver une solution acceptable et équilibrée et qui permette à Bruxelles de continuer à se développer comme siège des institutions européennes sans rompre son lien culturel et politique avec la Wallonie et avec la République française.
Que faites-vous de Bruxelles ?
Bruxelles serait donc une Région mais aussi une grande ville sur le modèle de Paris, Lyon, Marseille. Il est évident que l’actuel féodalisme communal bruxellois est catastrophique pour tout le monde. Si les Bruxellois le souhaitent, par voie démocratique et référendaire, Bruxelles pourrait devenir une grande région française comme la Wallonie. Pour la périphérie bruxelloise, il faudra également consulter les habitants des communes. Car je pense qu’il faudra assurer la continuité territoriale, c’est une question de vie ou de mort pour Bruxelles. Sinon, ce sera l’étranglement rapide.
La Flandre devrait-elle se choisir une nouvelle capitale ?
Oui, les Flamands de Bruxelles ont droit à toute notre considération et à à toutes les garanties mais les institutions politiques flamandes doivent déménager.
Pensez-vous que Wallons et Bruxellois seraient bien accueillis en France ?
Je vais citer Louis Michel dans une interview célèbre au "Figaro" en octobre 1996. Il y avait dit qu’en cas de séparation de la Belgique , il ne voulait pas de cul-de-sac wallon et qu’il préférait la France. Gol avait dit la même chose. Et Michel ajoutait qu’il avait des contacts avec Paris et ajoutait-il : "Croyez-moi, la France ne fera pas longtemps la fine bouche".
Et l’opinion publique ?
Deux sondages sérieux, du "Soir" et de " La Voix du Nord", et un autre sondage du "JDD" donnaient respectivement 59 et 54 % de Français favorables avec des pointes de plus de 60 % dans les départements limitrophes. Il y a donc une sorte d’ouverture naturelle et spontanée pour un peuple frère qui parle la même langue. Puis, il y a une série d’intellectuels qui sont en notre faveur. Attali, Luc Rozensweig, ancien correspondant du "Monde", Alexandre Adler qui a dit sur France-Culture qu’il n’est pas exclu que les Wallons votent pour la présidentielle en 2012 ! La classe politique, elle, a son devoir de réserve. Vous connaissez le vieux principe gaullien : non-ingérence mais aussi non-indifférence. Reste que la France porte une attention extrême à l’évolution des choses. Donc, on attend le constat de décès, question de décence. Enfin, il faudrait une demande officielle d’une autorité représentative, du Parlement de la Communauté française, par exemple, pour ouvrir des négociations.
Vos piètres résultats électoraux ne vous découragent-ils pas ?
Non, parce que les événements nous donneront de plus en plus raison. Je paraphrase Goethe : les grandes idées sont d’abord partagées par un petit nombre. Les minorités agissantes font l’Histoire En 1941, il n’y avait que 2 % de résistants au nazisme et avaient-ils tort ? Qui au printemps 89 pouvait imaginer la chute du Mur de Berlin ? Qui avait pu prévoir la séparation de velours tchécoslovaque ?
Comment les Wallons et les Bruxellois se prononceraient-ils ?
Par referendum. Et je suis sûr que les Wallons répondront positivement.
Que faites-vous de la famille royale ?
Le trône dépend du maintien de la Belgique et pas le contraire Si la Belgique s’évaporait, la monarchie s’évaporera aussi. Il y aura une retraite méritée pour Albert II et l’on trouvera des fonctions honorables pour les enfants. Il y a toute une série de missions qu’ils peuvent exercer au Comité olympique ou à la Croix rouge internationale
La vie publique française est quand même très différente de la nôtre…
Précisément, les Wallons et les Bruxellois ont besoin d’une révolution culturelle, politique et morale au sens de la morale publique. Nous sommes dans une phase de décadence de la démocratie en Wallonie. La démocratie est dévoyée. Il y a une assimilation entre les partis de pouvoir et l’Etat. L’homme le plus important, aujourd’hui, c’est le président du Parti socialiste : il exerce tous les pouvoirs. Il contrôle tout. Il y a en Wallonie un régime détestable parce qu’il tue la société civile dans son indépendance par rapport à la société politique. C’est le propre des régimes prétotalitaires. Il y a une culture de l’autorité publique qui s’est complètement effondrée en Wallonie. Il faut restaurer l’idée du bien public, de l’intérêt général, d’autorité. Il faut en revenir à la res publica, au sens antique du terme. Les socialistes sont au pouvoir depuis 22 ans. Ils ont participé à toutes les décisions, ils sont à tous les niveaux de pouvoir. Voyez le résultat ! Voyez dans quel état est la Wallonie. En France, vous, avez vu ce que Pierre Mauroy a fait de Lille, une véritable métropole. Jean-Pierre Borloo a sorti Valenciennes d’un marasme épouvantable. Comparez cela avec les situations de Charleroi ou de Mons
Vous avez honte d’être wallon ?
Non. C’est un grand peuple. Les Wallons ont des mérites et des talents. Mais j’ai honte de la classe politique wallonne.
Croyez-vous que vous mourrez “français” ?
Je suis en excellente forme. Mais je crois que les choses vont se passer beaucoup plus vite qu’on ne le croit.
COMMENTAIRE DE DIVERCITY
BRUXELLES : KIPKAP BLUES !
Il n’est pas indifférent de rapprocher ces deux points de vues qui se rejoignent paradoxalement dans l’analyse globale.
Le professeur flamand Herman Matthijs dénonce l’attitude geignarde des Bruxellois qui exigent toujours plus d’argent pour la capitale quand l’Etat fédéral est en situation financière difficile au coeur de la crise de l’’euro.
Il constate l’appauvrissement de Bruxelles provoqué par un taux de chômage trop élevé et le départ de plus en plus de ménages à double salaire vers la périphérie. Il déplore la gestion financière calamiteuse de la Cocof et de certaines communes. Il regarde l’autonomie communale des 19 baronnies comme un vestige féodal et dénonce, comme beaucoup, l’inefficacité de l’enseignement francophone à Bruxelles. Il plaide pour une mise sous tutelle fédérale des hôpitaux bruxellois. Surtout il accuse Actiris de ne rien faire de concret pour diriger les jeunes chômeurs bruxellois vers les zoning de Zaventem qui offrent du travail à des travailleurs parlant flamand.
Pour le rattachiste wallon Gendebien, « il faut agir avant que l’anarchie et le désordre ne s’emparent de la banlieue de Bruxelles et négocier un divorce à l’amiable. »
« Bruxelles risque de perdre son statut de capitale européenne. Il y a des candidats comme Bonn, Dresde, Prague ou Vienne. L’Europe ne supportera peut-être pas longtemps l’anarchie politique à Bruxelles. »
« Bruxelles serait certes une Région mais aussi une grande ville sur le modèle de Paris, Lyon, Marseille. Il est évident que l’actuel féodalisme communal bruxellois est catastrophique pour tout le monde ». « Je pense qu’il faudra assurer la continuité territoriale, c’est une question de vie ou de mort pour Bruxelles. Sinon, ce sera l’étranglement rapide. »
Et d’ajouter : « Attali, Luc Rozensweig, ancien correspondant du "Monde", Alexandre Adler qui a dit sur France-Culture qu’il n’est pas exclu que les Wallons votent pour la présidentielle en 2012. »(…)
"Les Wallons et les Bruxellois ont besoin d’une révolution culturelle, politique et morale au sens de la morale publique. Nous sommes dans une phase de décadence de la démocratie en Wallonie. L’homme le plus important de Wallonie, c’est le président du Parti socialiste : il exerce tous les pouvoirs. Il contrôle tout. En France, vous, avez vu ce que Pierre Mauroy a fait de Lille, une véritable métropole. Jean-Pierre Borloo a sorti Valenciennes d’un marasme épouvantable. Comparez cela avec les situations de Charleroi ou de Mons. J’ai honte de la classe politique wallonne. »
Un lecteur de la Libre commente avec infiniment de bon sens : « N’attendons pas le pire chaos pour nous battre ensemble pour un monde meilleur ! La Région Métropolitaine du Brabant renforcera le centre de gravité socio-économique du Pays pour lui assurer la pleine maîtrise de ses défis et accorder à ses citoyens le respect strict de leurs droits et intérêts, dans un cadre institutionnel bilingue, selon le principe d’égalité. Il convient de présenter cette alternative aux citoyens accablés par l’actuel blocage communautaire de la Belgique et déboussolés par l’aventurisme électoraliste de partis extrémistes »
On aimerait pouvoir voter pour des politiciens bruxellois francophones ou flamands qui défendraient une vision telle que celle-ci.
MG