door Kim Verthé en Steven Van Garsse © Brussel Deze Week
De meeste mensen van Marokkaanse herkomst wonen nog altijd in Brussel, maar steeds meer –vooral jonge – Marokkanen trekken naar de Rand. Dat zegt demograaf Quentin Schoonvaere(UCL).
Machelen is een populaire stek voor Marokkaanse Brusselaars die zich in de Rand vestigen (© MarcGysens)
De tweede en derde generatie gaat zich steeds vaker vestigen in Randgemeenten van Brussel, zoals Machelen, Dilbeek of Drogenbos. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van demograaf Quentin Schoonvaeredie een studie maakt voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen.
“Woonde in de jaren 1970 en 1980 nog 55 procent van de Marokkaanse gemeenschap in Brussel, dan is dat vandaag nog maar 47 procent. Er is dus een duidelijk tendens tot uitwaaiering van de Marokkaanse gemeenschap in België.”
Schoonvaere ziet vooral de goedkopere huisvesting als verklaring voor de (al bij al bescheiden) stadsvlucht. Brussel blijft wel de belangrijkste thuishaven voor veel Marokkanen. Schoonvaere: “Opvallend is dat het nog steeds om een jonge populatie gaat, die nog kinderen zullen krijgen. Datverklaart ook waarom de Marokkaanse gemeenschap nog zal aangroeien de komende jaren.”
“Jongere generaties stichten wel kleinere families: daar waar in de jaren 1980 vrouwen van Marokkaanse origine 5,7 kinderen kregen, is dat vandaag gemiddeld 2,6 kinderen per vrouw. Tervergelijking: de gemiddelde vruchtbaarheidsgraad bij vrouwen in België ligt rond de 1,8.”
Sinds de jaren 1980 blijft huwelijksmigratie het belangrijkste motief voor Marokkanen om naar Belgiëte immigreren. Schoonvaere: “De jongere generatie gaat wel almaar minder een huwelijkspartner zoeken in het land van herkomst. In 2008 werd nog 67 procent van de verblijfsvergunningen aan Marokkanen afgeleverd omwille van huwelijksbeweegredenen. In 2012 ging het om 40 procent van de verblijfsvergunningen. De strengere wet rond familiehereniging, van kracht sinds eind 2011, heeft die daling ongetwijfeld versterkt.”
Demograaf Schoonvaere vermoedt dat de huwelijksmigratie ook de verklaring vormt voor het feit dat weinig Marokkanen uiteindelijk terugkeren naar hun land van herkomst: “Van de Marokkanen die in de jaren 1990 naar hier kwamen, dus nieuwe migranten, keerde slechts 15 procent na zeven jaar terug. Van de migranten uit nieuwe Europese lidstaten, de zogenaamde EU12, keert over dezelfde periode 40procent terug. Die laatste groep is hier gekomen voor werk en minder om een familie te stichten.”
Ook nakomelingen van Marokkaanse migranten, die hier dus geboren zijn, keren zelden terug. “Van de tweede generatie, geboren in de jaren 1960, keert zo’n 4 procent definitief terug. De jongstegeneratie, geboren eind jaren 1970, keert in minder dan 2 procent van de gevallen terug, alonderhouden ze wel nauwe banden met hun herkomstland.”
SOCIAAL-ECONOMISCH DEFICIT
“Wat het sociaal-economisch profiel betreft, blijft er een sterke integratiekloof,” waarschuwtSchoonvaere. “Het gaat vaak om generaties die van in het begin al te kampen hebben met sociaal-economische achterstelling. De eerste generatie was laaggeschoold, met beperktere vooruitzichten omop te klimmen op de sociale ladder. Politici moeten zeker blijven investeren in de verbetering van de socio-economische positie van die jonge generatie Marokkanen. Die zullen hier opgroeien, als Belgen, en blijven. Niemand heeft er baat bij dat het sociaal-economisch deficit nog verder groeit.”
COMMENTAIRE DE DIVERCITY
TACHE D’HUILE
C’est un fait, la deuxième et la troisième génération issue de l’immigration a tendance à quitter les communes de la première couronne pour aller s’installer à Vilvorde, Machelen, Dilbeek ou Drogenbos au grand dam des autorités politiques flamandes, surtout des collèges dirigés par la N-VA qui n’en veulent pas. La N-VA pratique une forme de xénophobie soft ou si on préfère du radicalisme de droite « à visage humain ».
C’est la constatation que fait le démographe Quentin Schoonvaere dans une étude pour le Centrumvoor Gelijkheid van Kansen. Il en ressort que les nouveaux Belges s’installent de plus en plus en Brabant flamand “Woonde in de jaren 1970 en 1980 nog 55 procent van de Marokkaanse gemeenschap in Brussel, dan is dat vandaag nog maar 47 procent. Er is dus een duidelijk tendens tot uitwaaiering van de Marokkaanse gemeenschap in België.”
A l’évidence, ils font beaucoup moins d’enfants que leurs parents: “Jongere generaties stichten wel kleinere families: daar waar in de jaren 1980 vrouwen van Marokkaanse origine 5,7 kinderen kregen, is dat vandaag gemiddeld 2,6 kinderen per vrouw. Ter vergelijking: de gemiddelde vruchtbaarheidsgraad bij vrouwen in België ligt rond de 1,8.”
Schoonvaere constate de surcroît que les mariages avec des Marocains ou Marocaines du Maghreb sont en baisse. : “De jongere generatie gaat wel almaar minder een huwelijkspartner zoeken in het land van herkomst. In 2008 werd nog 67 procent van de verblijfsvergunningen aan Marokkanen afgeleverd omwille van huwelijks beweegredenen. In 2012 ging het om 40 procent van de verblijfsvergunningen. De strengere wet rond familiehereniging, van kracht sinds eind 2011, heeft die daling ongetwijfeld versterkt.”
Schoonvaere nous met en garde contre le fossé qui se creuse entre inclus et exclus :
“Het gaat vaak om generaties die van in het begin al te kampen hebben met sociaal-economische achterstelling. De eerste generatie was laaggeschoold, met beperktere vooruitzichten om op te klimmen op de sociale ladder. Politici moeten zeker blijven investeren in de verbetering van de socio-economische positie van die jonge generatie Marokkanen. Die zullen hier opgroeien, als Belgen, en blijven. Niemand heeft er baat bij dat het sociaal-economisch deficit nog verder groeit.”
La balle est donc, pardon de le rappeler une fois encore, dans le camp de l’enseignement tant néerlandophone que francophone.
MG
Aucun commentaire:
Publier un commentaire